Landje pik, .....
en aanverwante "boevenstreken".
Ik heb in dit artikel de gegevens ontleend aan het boek "Van Batavia naar Buitenzorg" van P. van Diest, zoals hieronder beschreven.
In 1872 werd dit boek te Amsterdam uitgegeven, geschreven door de mijningenieur P. van Diest en verhaalt over zijn reis van Batavia naar Buitenzorg, waarbij hij dan diverse landstreken onder de loep neemt. Behalve al het moois en "vreemds" wat hij door zijn ogen zag en bekeek, was deze meneer van Diest zo vriendelijk geweest om in dat boek tevens enkele passages op te nemen over de diverse landerijen, wie de eigenaren waren en op welke manier zij in het bezit kwamen.
Dat ging ongeveer op deze manier:
Bootjes van de VOC voeren van Holland vandaan om handel te drijven o.a. in Azie, kwamen aan o.a. te Batavia, gingen aan wal en kwamen al snel tot de conclusie, dat al dat land daar eigenlijk de VOC toebehoorde. Dit verhaal kennen we allemaal wel zo'n beetje toch. Regeltjes van de VOC uit het verre vreemde overheersende land Walondo (Nederland) en de eigen regeltjes van enkele van hun vertegenwoordigers de Gouverneur-Generaals, maakten al snel enkele van hen schat hemelrijk. (En dat was van sommige van hen natuurlijk de bedoeling, want anders betrokken zij een dergelijk baantje niet, ja toch? Je gaat niet voor de lol daar in de tropen rondhangen in je pakkie deftig met hooggesloten kragen en jassen en dikke sokken.)
Nu lag in die tijden het stadje Buitenzorg gelegen in een streek die ook Buitenzorg heette en die streek Buitenzorg werd weer onderverdeeld in diverse arealen/landerijen.
Een van die arealen werd heel bekend onder de naam Landgoed TJAMPEA, destijds in eigendom van de families van Riemsdijk en Motman en nog later werden meerdere families (wegens huwelijken en erfenissen) eigenaar van dit stukje land.
Ik moet wel iets kwijt over de naam TJAMPEA, die eigenlijk voluit en juist TJIAMPEA heet. Immers, we zijn in de Preanger (tegenwoordig Parahyangan) en daar spreekt men Sundanees in diverse dialecten. En in de Parahyangan beginnen de namen van veel stadjes en rivieren met het voorvoegsel "Tji" of tegenwoordig dus "Ci", hetgeen betekent .... Dat mogen jullie zelf uitvogelen, want ik kauw niet alles voor.

Hieronder een foto (KITLV/Gahetna) van de woning van de familie van Riemsdijk, waar de auteur van Diest onder ander logeerde, compleet voorzien van het bedienend en passerend personeel, zoals zo vaak gebruikelijk tijdens foto-opnames. Pak Ngatemo en Bu Mina kregen dan ook zo'n exemplaar van de foto ten behoeve van hun nageslacht, opdat hun nageslacht later dan zou zien hoe goed hun voorouders het wel niet hadden bij de Toean Besar en de Njonja Besar...(manieheus, voordat sommigen denken, dat ik het nog meen ook.)

Hieronder enkele fragmenten uit het boek, waarin de auteur dan uit de doeken doet, wat de regeltjes waren en welke bedragen ermee gemoeid waren en hoeveel sommige GG's er aan over hielden. Koop maar vast nieuwe batterijtjes voor je telmachientje, voordat dat ding op tilt slaat wegens overmatig batterij verbruik tijdens het rekenen.
En ja hoor, de GG van Imhoff speelde ook een rol, echter in zijn erfgenamen's financiëel nadeel (want hij had genoeg van het aardse leven) en let vooral op de phrase " ... en zijn erfgenamen meerderjarig en uitlandig zijnde..." Juist, dat waren o.a. die erfgenamen die hij verwekt had bij Helena Pieters (een "vrije vrouw") en aan wie hij ten stelligste had verboden, dat zij ooit met haar kinderen te Nederland herenigd zou worden.
(Wat ik me afvraag? In de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw kwamen veel mensjes uit Indonesia naar Holland en menigeen kreeg wel eens wat te horen over hun huidskleurtje en de ex-leefwijze daar in Indië. Hoe zouden die gekleurde nazaten het ondervonden hebben, toen zij in de jaren van de 18de eeuw naar Holland gingen? Waren er toen ook minachtende scheldpartijen of opmerkingen?)




Heeft men het bovenstaand goed doorgelezen? En dan doel ik dus op het stukje wat verhaalt over meneer Daendels zijn handels activiteiten op het gebied van landverkoop.
Even alles op een rijtje zettend:
Een vreemde mogendheid zet zich neer in een gepikt land en zegt: "Hebbes die ayam kampung".
De pikkers stellen met belanghebbenden samen regeltjes op met betrekking tot eigendom van dat gepikte land.
De belanghebbenden dokken 39900 Rijksdaalders.
De belanghebbenden splitsen het gepikte land en verkopen het aan particulieren en
De belanghebbenden verdienen er uiteindelijk een boel veel aan met een totale verkoopwaarde van 751.500 Rijksdaalders.
Ik begon bovenaan iets te vertellen over Tjampea en ga hieronder er verder mee. Lees dit fragment maar.

Meneer van Riemsdijk kocht heel netjes zoals het hoort, het stuk land van een andere meneer, namelijk GG Daendels.
GG Daendels op zijn beurt was "gedwongen" om dat stukje land van zijn "baas" tegen een vriendenprijsje te kopen.
Zijn "baas" had het NIET gekocht, maar "netjes afgepakt van het overheerste land, want het overheerste land deed er toch niets mee en liet het maar verslommeren en aangroeien tot een jungle, dus hier met die hap.
Een paar eeuwen later deed een naburig land (van Nederland) eigenlijk krek hetzelfde en pikte Nederland in en toen was het hek van de dam en begon men hard te koeren.... Foei stoute buurlieden toch, dat mag niet... het is ons land.
Ja, maar dat is anders.... is natuurlijk dan het vergoelijkend kommentaar van de "slachtoffers", richting "eigen zak" denkend.
Er is geen zak veranderd in de wereld en het zal altijd wel zo blijven.
Ook erg was het feit, dat tijdens de periode van landjepik, geen haan ernaar kraaide, dat dat ingepikte land helemaal niet braak en onontgonnen was, want eeuwen ervoor was er al een beschaving aanwezig, daar in dat Preanger land. (Vóór de intrede van de Islam).
Oh ja? Vertel dan!
Niks te vertellen, alleen maar kijken naar een voorbeeld van artifacts aldaar gevonden. Foto Gahetna.nl

Toen kwam de bekende olifant met zijn lange snuit....en luisterde naar het liedje op de achtergrond, verhalend(door Sinar Surya) over hardwerkende boeren op het land als zij hun padi oogsten in de brandende zon en de Hoge Heren op hen "neer"-keken en zich verkoelend verpoosden op de veranda's van hun paleisjes......