Home
Een dankwoord
Sitemap
Laatste updates
Curse of diaspora
Wie ik ben
Mijn ouders
Gerelateerden
Tinus Dezentjé
Voorouders & familie
Surabaya's historie
Cannalaan buaya's
De Cannalaan
Juff de Raadt
Ketabang Kacapiring
Ambengan Kacapiring
De Kembodja weg
Oud Surabaya
Surabaya Moorden
Caroline Gemser
Bernardus H. Luken
Fred Krisen
Jos Crawfurd
Fam. G.H. Bartman
Fam. Th.C. Jasper
Fam. v. Schalkwijk
Joop Nahuysen
Fam. Saleh-Hartman
AVH Wetters
Ted Grashuis Ambenga
Leo Rampen Canada
Parijs-Coors YAB
Inleiding KH Peneleh
OVERIGE Kerkhoven.
Malacca VOC tijden 1
Malacca VOC tijden 2
PENANG 1 Malaysia
PENANG 2 Malaysia
PENANG 3 Malaysia
PENANG 4 Malaysia
PENANG 5 Malaysia
COCHIN VOC tijden
I4E Graven Den Haag
Indië en oorlog
Archipel oorlogen
Zieleroerselen
Diverse verhalen
ZIJ DIE OPTEERDEN
Java na de Engelsen
Volkeren in Indië
Indo's in den Verre
Externe Indo links

Bernardus Henricus Luken, 

electrotechnicus (oftewel "vonkentrekker" in de volksmond) van beroep, spendeerde meer dan 35 jaar van zijn leven in Soerabaja e.o., overleefde de Japanse bezetting en ging door na de oorlog met de opbouw van Indonesia. Hij werd slechts 65 jaar en zou voorgoed naar Nederland terugkeren in 1951 om van zijn pensioen te genieten. In zijn prive leven had hij ook al niet de hoofdprijs getrokken en dan kwam voor hem die zaterdagmorgen 25 maart 1950.

Uit respect voor de heer Bernardus Henricus Luken en eventuele nabestaanden, publiceer ik niet alle mij bekende feiten.

Bronnen: Genealogie Den Haag, www.kb.nl, wiewaswie, almanakken, passagierslijsten.

 

Indonesia was zich aan het roeren, nog erger dan de Kelud, de Semeru en de Merapi bij elkaar als zij zouden gaan rommelen.

Heel vaak overdenk ik nog wel eens het feit, dat op één of andere manier engeltjes (onze pa en ma)  op de schouders van mijn zus Miep en ik gezeteld waren, want op 5 dec 1948 werden zus en ik in een becak gepropt en van Kamp B naar de Jalan Kacapiring /Kl Kusuma Bangsa (Cannalaan) gereden met onze keranjangs met schamele inhoud. En die goeie Pak Becak krenkte ons geen haar op ons hoofd, want het waren toch maar verrekte roerige tijden, waar menig lijk je om de oren vloog, bij wijze van spreken. Mijn zus Miep een opgroeiend jong meisje met haar broertje die nog luiers droeg; dat zouden ideale prooien geweest zijn voor oproerkraaiers en dergelijke bewapend met kapmessen en nog meer van dat soort slachtwerktuigen toch. Dank pa en ma voor jullie bescherming.

Maar meneer Luken had dat geluk niet. Hij was die bewuste zaterdag zoals altijd getrouw naar zijn werk te Sukorejo Pandaan (nabij Malang) gegaan en had die bewuste dag 14.000 glds bij zich, want het was payday voor de boys en girls aldaar werkzaam in de weverij fabriek Bintang Pari (=Zuiderster).

Deze fabriek was een omgebouwde voormalige suikerfabriek op stervens na dood wat betreft de productie en werd in 1936 omgebouwd tot weverij. De kranten stonden er bol van: werkgelegenheid voor circa 1000 mensen uit Pandaan en enkele kranten schreven zelfs , dat de ten Cate fabrieken in Twente een voorbeeld kon nemen aan het feit, hoe deze fabriek werd opgezet en gerund. De heren Luken, Lebert en Schönman hadden de fabriek opgezet met de nodige financiële hulp van de banken, distributie- en verkoop door Behn Meyer en de ANIEM die voor een nieuwe grote krachtbron zorgde tegen gereduceerd afname tarief. (De heer Luken was verantwoordelijk voor het electrotechnisch gebeuren en de andere twee heren waren verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de productie en de verdiensten eruit.)

Vele jaren later kwamen de Jappen terug, beladen met koffers met geld en de fabriek werd omgedoopt en heet tegenwoordig PT EASTERNTEX met natuurlijk hoofd- en regelkantoor te Japan. Tja, die Jappen hadden natuurlijk een paar "leuke" jaren beleefd in Indonesia (1942-1945) en dachten vaak met weemoed terug aan de klapper- en pisangbomen en de voorbij stiefelende konten in sarongs, die wat sierlijker liepen dan die zwevend en schuifelend lopende kimono geisha's met kilo's verf op de bakkes in Japan , voorzien van wiebelende bakkies thee of sake;  vandaar hun terugkeer dus naar Indonesia. (Gegevens ontleend aan "Gedragsstoornissen van Japanse soldaten na de Wereldoorlog - Prof. Pieter E. N. Nelikker - editie  dec. 1948 te Soerabaja.)

Goed, onderweg naar de fabriek werd de auto van de heer Klunen aangehouden door een paar TNI-soldaten, die om een lift vroegen en op een stil gedeelte van de weg werd de heer Luken vermoord en het zwaar verminkte lijk van de heer Luken gedumpt. De politie werd gealarmeerd, toen de heer Luken niet zoals gewoonte getrouw om 09.00 uur op kantoor verscheen en al snel werd het lijk van de heer Luken gevonden. Speurwerk van de daders leverde de politie de mededaders van deze moordpartij op, doch niet de hoofddader. Bij de mededaders behoorde ook de chauffeur en in oktober 1950 kreeg het geboefte elk een paar jaren straf. De kranten schreeuwden moord en brand omdat naar hun mening de straffen te laag waren in verhouding tot hun wandaad. In hoger beroep werden de straffen verhoogd met 1 tot 2 jaar per persoon. (Tot max 4 á 5 jaar elk).

Uitvoerige details over de moord en de strafzaak kan men lezen in de www.kb.nl . Tik in de zoekkolom in LUKEN 1950 en alras kan men zich laven aan de verslagen, indien men tenminste niets te doen heeft en zich verveelt achter de padiplantjes in het door de zon overgoten raamkozijn. (Tenzij men op het noorden woont, dan heb je geen zon en pech.)

Op de 27 maart 1950 werd de heer Luken begraven op Kembang Kuning alwaar heel wat hoge heren (figuurlijk, niet letterlijk hoog) aanwezig waren, samen met vertegenwoordigers van het personeel en natuurlijk de familieleden. Het bekende praatje pot waarbij de begravene wordt opgehemeld, werd gesproken door diverse personen en zelfs mevr. Luken werd beloofd dat zij financieel gesteund zou worden.

OK, dat was het dan. Slachtoffer nummer zoveel uit die roerige tijden vlak na de oorlog en de totstandwording van het onafhankelijke Indonesia en de struggling for life van een pas geboren natie. Zoals ik al eerder schreef (en persoonlijk meemaakte in mijn vroege jeugd: de lijken der slachtoffers vlogen je figuurlijk om de oren of dreven in de kali Brantas voorbij.)

Ware het niet, dat ik een soort 6de zintuig ontwikkeld heb met betrekking tot het vinden van onregelmatigheden en of vraagtekens in de historische boeken en geschriften bijgehouden door ambtenaren en of geschiedkundigen.

In de almanakken (RA's) komt de heer Luken tevoorschijn als Techniker en pas in de RA 1934 als zijnde gehuwd met M. Schiffelholz. Voor het eerst verschijnt hij in RA1923 als koopman te Soerabaya en ongehuwd, eveneens in de RA's t/m 1926. Vanaf RA 1927 is hij dan Techniker maar ongehuwd. Vanaf RA 1923 t/m RA 1933 was hij dus ongehuwd volgens de almanakken. (Later wordt hij vermeld als electrotechneut.)

Op 4 mei 1925 overleed zijn moeder te Den Haag, namelijk mevr. Johanna Petronella Anna Dijks (de adv. zegt DIJKE) en de advertentie in Indië wordt geplaatst en getekend door de heer B.H. Luken en echtgenote EN door Th.H. Luken. Vreemd, want de RA zegt dat hij in dit jaar 1925 ongehuwd is.

Th.H. Luken was Theodora Hendrika Luken, één van zijn zusters en werkzaam als employee bij Onderling Belang te Soerabaya van 1926 t/m 1929. Daarna verdwijnt zij uit de almanakken.

Maar wie was dan de echtgenote uit de advertentie?

Voer voor pshychologen dus en ik besloot dan maar verder in het verleden te duiken.

De naam M. Schniffelholz deed me wat omdat het in Indië een vrij zelden voorkomende naam was en ik richtte me op haar persoon en vond in Den Haag gemeente archief 2 PK's van M. Schniffelholz:

Kaart 1 (op naam van Jan de Jong) zegt: Maria Schiffelholz, geboren 9-11-1909 te München en huwde op 28-10-1936 met de heer Jan de Jong en tevens de vermeldingen als volgt:

  • 06-06-1928 UIT Soerabaya vestigt zich inwonend bij Luken op de Valkenboschkade 19.
  • 03-05-1933 verhuizing naar Valkenboschlaan 170.
  • 30-08-1934 verhuizing naar Weimarstraat 182.
  • 19-05-1936 verhuizing naar de Stephensonstraat 67.

Kaart 2 (op naam van Maria Schiffelholz) zegt: Maria Schiffelholz geboren 9-11-1909 te München en huwde op 28-10-1936 met de heer Jan de Jong * 18-2-1904 Ilpendam en tevens de volgende adressen meldingen.

  • 06-06-1928 UIT Soerabaya
  • 23-10-1928 UIT Ilpendam inwonend bij T.D. Gaastra naar de Noordpolderkade 1.
  • 23-10-1935 verhuizing naar de Laakkade 80
  • 28-10-1936 verhuizing naar Stephensonstraat 67. (De dag dat zij huwde met Jan de Jong volgs de PK.)
  • 24-04-1937 verhuizing naar Valkenboschkade 342.
  • 22-10-1937 vertrek uit Nederland naar SUKOREJO (zie boven:  de weverij fabriek ex SF.)

M.a.w.: Vóór 06 juni 1928 was zij al in Indië. Tot okt 1937 is zij in Nederland en gaat dan weer terug naar Indië.

Heb ik de geboorteakte van Jan de Jong uit Ilpendam en de huwelijksakte gevonden van Jan de Jong en Maria Schniffelholz gevonden? Heb ik een eventuele echtscheidingsakte gevonden van het echtpaar de Jong-Schiffelholz? NEEN.

Tenminste: Ik heb wel een huwelijksakte gevonden van een dochter van Jan de Jong die op 28-10-1936 huwde. Lijkt me stug, dat vader Jan de Jong op 32 jarige leeftijd (1936-1904) al een gehuwde dochter heeft met een leeftijd van 25 jaar.....

Toen maar verder wezen speuren en meneer Luken zelf onder de loep genomen, omdat ik niet uit het bovenstaand gebeuren meer kwam.

  • Bernardus Henricus Luken werd te Den Haag geboren op 20-6-1884 als zoon van Bernardus Henricus Luken en Johanna Petronella Anna Dijks. (Daarnaast nog verschillende kinderen uit het huwelijk Luken-Dijks.). Hij oefende eerst het beroep uit van smid maar werd als snel electrotechnicus te Delft.
  • Bernardus Jr huwde op 5-6-1907 te Den Haag met Dientje Muishout *22-10-1881 Den Haag. In 1915 gaat het echtpaar naar Indie. Op 21-12-1921 wordt het huwelijk te Soerabaja ontbonden en op 15-8-1922 schrijft Dientje Muishout zich te Batavia in als gevestigde. Bernardus Jr. blijft in Soerabaja wonen. Dientje trekt al snel weer terug naar Nederland en overlijdt te Rosmalen in de leeftijd van 63 jaar op 14-11-1944. Echter wegens de oorlog in Nederland wordt pas op 21-9-1945 aangifte gedaan te Den Haag door de gemeente Rosmalen.

Nu is het raadsel groter geworden, immers:

  • De overlijdens advertentie van de moeder van Bernardus Jr wordt getekend op 4 mei 1925 door B.H. Luken en echtgenote.
  • De echtgenote kan niet zijn mevr. Dientje Muishout, want zij waren in 1921 gescheiden.
  • De echtgenote kan ook niet zijn mevr. Maria Schiffelholz zoals boven genoemd, want op haar PK staat niet dat zij voorheen gehuwd was en weer gescheiden en daarom later weer in 1937 terug gaat naar Soekoredjo, waar de weverij Bintang Pari gevestigd was onder mede leiding van de heer Bernardus Jr. In 1925 zou zij trouwens pas 15 jaar oud zijn en da's wel erg vroeg toch, uitzonderingen daar gelaten.

Verder neuzen in de geleerde boeken leerde, dat:

  • (RA1914) Jan ten Oever huwde op 9-5-1913 te Soekaboemi met Maria Schiffelholz.
  • (RA1920) Het huwelijk ten Oever-Schiffelholz werd door echtscheiding ontbonden op 13-11-1919.
  • (RA1921) Jan ten Oever hertrouwt te Kediri op 4-2-1920 met Petronella Jacoba Roetschoten.
  • RA 1923 - RA1927. Mevr. M. Schiffelholz wordt vermeld als inwoonster van Soekaboemi en zoals wel vaker bemerkt: de almanakken waren niet altijd accuraat en up-to-date. Soms wel heel erg onnauwkeurig.

 

Nog wat bizonderheden over de heer B.H. Luken en de familie:

  • Hij was in 1940 benoemd als weder herkozen lid van de Regentschapsraad Pasoeroean voor de periode 1940-1944.
  • Hij verzorgde de verlichting van de Jaarmarkt te Soerabaya. Voor mij destijds een jaarlijks terugkerend zwerf- en speelgenot deze jaarmarkt, gelegen aan het einde van de Kusuma Bangsa/Cannalaan ter hoogte van de Jalan Patjar/Pacar. Het was circa 10 minuten lopen van ons huis vandaan. De Cannalaan aflopen (van station Gubeng vandaan), de Jl Ambengan oversteken en je was er.
  • Hij verzorgde de verlichting van Toko Aurora in 1936.
  • Op 15-11-1919 vertrok van Priok naar Rotterdam het ss RINDJANI met aan boord MEVR.  B.H. Luken en dochter.
  • Op 28-6-1924 vertrok van Amsterdam naar Priok het ss RINDJANI met aan boord Th.H. Luken. (Zuster van de heer B.H. Luken).
  • Op 18-9-1935 vertrok van Priok naar Amsterdam het ss Marnix van St. Aldegonde met aan boord MEVR. M. Luken en
  • Op 1-1-1936 vertrok van Amsterdam naar Priok het ss RINDJANI met aan boord MEVR. M. Luken.

Verder was er te Soerabaja gevestigd het electrotechnish Ir.bureau LUKEN-VAN RIJN. Of de heer B.H. Luken iets van doen had met dit bedrijf heb ik niet kunnen achterhalen. Tot 2x aan toe in 1936 en 1937 brandde het bedrijf af. Het was gevestigd aan de Ooster/Westerkade te Krembangan. Ik vermoed van niet, aangezien dit bedrijf in 1937 failliet ging en in de berichten hierover niets over de heer B.H. Luken werd geschreven met eventuele samenhang. Niets dan lof over de heer B.H. Luken schreven de kranten.

Bernardus Henricus Luken had beter verdiend dan zo'n smerige moord op hem gepleegd. Moge hij zijn rust en vrede gevonden hebben.

 

 

 

 

Top