Home
Een dankwoord
Sitemap
Laatste updates
Curse of diaspora
Wie ik ben
Mijn ouders
Gerelateerden
Tinus Dezentjé
Voorouders & familie
Surabaya's historie
Cannalaan buaya's
Inleiding KH Peneleh
OVERIGE Kerkhoven.
Malacca VOC tijden 1
Malacca VOC tijden 2
PENANG 1 Malaysia
PENANG 2 Malaysia
PENANG 3 Malaysia
PENANG 4 Malaysia
PENANG 5 Malaysia
COCHIN VOC tijden
I4E Graven Den Haag
Indië en oorlog
Archipel oorlogen
Zieleroerselen
Voor mijn vader
Voor mijn moeder
Dag mijn zus
Voor cherubijnen
Vertrokken vrienden
Scotty ging heen
Romeo ging heen
Moossie ging heen
Liefdes gingen heen
Diverse verhalen
ZIJ DIE OPTEERDEN
Java na de Engelsen
Volkeren in Indië
Indo's in den Verre
Externe Indo links

Hij was mijn vriend en we deelden elkaars liefde.

 

 

Zij had ooit eens twee liefdes....één ervan is al lang niet meer.

 

 

 

 

 

Een zilveren maan in een donkere tropennacht aan het strand.

We zaten daar, keken ernaar en het versterkte onze band. 

Stil hoorden we het ruisen van de golven aan,

bijna steels glinsterde uit je oog een traan. 

“Kom, ik moet weer gaan”, zei je zacht.

“Thuis, weet ik, is hij het die ook op mij wacht.”............... 

Ik kon niet anders en luisterde naar je verzoek

en nam maar een beet van een stukje klapperkoek. 

Langzaam en met tegenzin liet ik je hand los

en je schaduw verdween in een struikenbos....... 

Ik kon het niet laten en volgde je op een afstand,

want jij en ik: daarnet zaten we nog samen aan het strand. 

Ik zag je het tuinhek opendoen en naar de deur toe lopen

en je ging naar binnen waar hij wachtte en stil zat te hopen..... 

En hij? Hij toonde zijn liefde voor jou,

gaf je zelfs van blijdschap een harde dou(w). 

“Pak je riem maar.” hoorde ik je en je liet hem buiten,

alwaar de verre eerste vogeltjes begonnen te fluiten.  

Op weg naar het hek kwam ik jou en hem tegemoet.

Hij zag me en in mijn hand wrong hij zijn snoet. 

 

“Jaja, het is al goed”, zei ik en met ons drieën togen we verder.

Zij, ik en onze ...................Boef Scott, onze Franse herder.

 

 

 

Voor Scotty die ooit een deel van ons leven deelde.

 

Een trouwer vriend heb ik nooit eerder gekend.

Hij was een stuk ellende uit een kantine in een haven te Rotterdam door mij opgepikt, zwaar aan zijn darmen verziekt door het kantinevolk, dat hem vol stouwde met allerlei gefrituurde bakzooi en kreeg her en der een rotschop van het lompe volk - speels als hij was - hen voor de voeten liep en ik hoorde dat kleine zwarte bolletje wol van pijn janken en ik zag hem dan stil in een hoekje zitten.

Hij kwam bij ons in huis en langzaam werd hij een echte hond weer, maar zijn darmen bleven kuis verrot en ik zag in hem een medeslachtoffer: hij door het vette ongezonde havenkantine vreten en mijn darmen kuis verrot door de tekorten in het burgerkamp... Hij zwart haar en ik - zijn baas - een Indo met zwart haar.

Op een dag gingen we naar mijn zus en die had per ongeluk een stuk vlees op het aanrecht laten staan om het te bereiden voor het avondmaal..... weg vlees en geruisloos had ie het verorberd.... Buaya streken net zijn baas, dacht ik.....

Nog voordat hij stevig onder dokters controle zat wegens zijn darmen, bracht ik elke dinsdag terugkomend van het werk, een gebakken schol voor hem mee, die ik dan uitploos voor hem.... Na een paar keer wist ie precies wanneer het dinsdagavond was en probeerde hij zich tussen de potten in het raamkozijn te wringen, zodra hij het geluid van mijn auto hoorde. En zodra ik uitstapte vloog ie naar de voordeur om me op te wachten...geluidloos, zonder geblaf of gejank.... nou ja: mij? Neen, het scholletje in het zakje dus.

Wegens zijn darmkwaal stond hij later ook op een zwaar hondenvoedsel diëet en menigmaal had ik medelijden met hem en maakte ik van tijd tot tijd soepboullion voor hem klaar, dat ik over zijn eten heengoot en hij raakte door het dolle heen en al brandde ie zijn bek helemaal af, hij moest en zou het bord voer in ettelijke seconden naar binnen werken, helemaal voldaan en dolgelukkig keek ie me aan....

Als we naar bed gingen, was hij steevast de eerste die bovenop de dekens aan het voetenend zich had genesteld, terwijl zijn mand naast het bed lag....

"Eruit" grauwde ik hem toe en met een wezenloze meelijwekkende blik kroop hij dan traag het bed uit zijn mand in en bleef me aankijken......en soms had ik meelij en stemde ik toe, dat hij even tussen ons in mocht boven op de dekens en die lomperd, die verschrikkelijke lomperd gedroeg zich als een onbeschofte hark en ging prinsheerlijk op zijn rug liggen in het midden tussen ons in met zijn boerenkakken omhoog en een blik van "wie doet me wat".

Mijn zoon werd geboren en oma had mijn jongen vaak op schoot en meneertje Lomperd moest dan ook op schoot bij oma; een bakbeest van een bouvier en nog nooit had ie maar één grom ooit tegen mijn zoon gegromd. Zoon lief lag wel eens in de tuin in zijn kinderwagentje in het zonnetje en meneertje lag ernaast ook te zonnen, alsof ie nog niet zwart genoeg was....

Als ie meeging met ons op visite waar hij voor de eerste keer ook kwam, dan had ie een steevast ritueel.... midden in de kamer ging ie parmantig een beetje plassen en ik schaamde me rot tegenover de mensen waar we op visite gingen... Het was een onhebbelijke gewoonte van hem....

Hij was ook nog bijziend of verziend, maakt niets uit hoe je het noemt, want elk obstakel op zijn pad, dat hij nog niet herkende, daar zag hij een vijand in... een vullisbak... een man die zat te vissen onder een paraplu...een struikentak die in de wind bewoog... kwam hij dichterbij en had hij het herkend, dan was het goed.

Op een nacht zat ie konstant te janken (van pijn) en ik ging bij hem op de grond slapen om hem te troosten en de volgende morgen als een speer naar de dokter die ons stuurde naar het dierenziekenhuis,  toen nog in Utrecht. Hij kon niet lopen en ik moest hem dragen dat bakbeest.... we waren aan de beurt, kwamen bij de dokter binnen en hij liep als een kievit en de dokter kon niets vinden.... wij naar huis en op weg naar de auto, liet ie zijn sporen buiten achter... een hoop zo groot als de Semeru en hij was weer de oude als voorheen.... niet te geloven... waarschijnlijk buikkrampen gehad of zoiets.....

We hadden een tuinhek dat ons erf scheidde van het wandelpad en aan de overkant had de buurman een terrier en die liepen altijd het pad af langs ons huis en die 2 honden konden elkaar niet luchten of zien....

...op een dag stond abusievelijk het tuinhek open en gewoontegetrouw liep hij langs het hek met de buurman en zijn hond en natuurlijk tegen elkaar grommen en grauwen, totdat ze bij het open hek tegenover elkaar ineens oog in oog stonden.... en het grauwen en grommen was zomaar ineens over.... ik had al de meest vreselijke visioenen van elkaar half dood vechtende beesten.... de buurman liep door en waar het hek weer begon, begon ook weer het grommen en grauwen tegen elkaar... idiote beesten dacht ik nog.

Hij was dom, vreselijk dom... we hadden een beo en elke keer probeerde hij door de tralies van de kooi heen, de beo te beruiken, totdat hij een keer goed gepikt werd op zijn neus..... janken janken janken en nooit meer in de buurt van de kooi gekomen.

En net als Indo's met zwarte haren, die hun grijze haren krijgen, werd hij met de jaren ook grijzer en rustiger en toen hij 13 jaren oud was, moesten wij zijn leven laten beëindigen.... hij was opgevroten van binnen door de vele medicijnen die hij kreeg in zijn leven.... We hebben nooit meer een vervanger genomen voor hem en ik mis hem nog steeds anno 2013 en al weer 32 jaar geleden. Méér nog dan dat ik mijn vroegere honden in Surabaya mis.

Heel raar, ik vond hem altijd een Indohond met zijn zwarte haren... niet al te zwaar gebouwd, beetje rank en slank zelfs.....

See you then Indo hond van me. 

 

 

 

 

 

Top